Geef een hond met een verleden een toekomst!

Ehrlichiose

Wat is het en waar komt het voor

Ehrlichiose is een bacteriële ziekte die door teken wordt overgebracht. De belangrijkste drager en verspreider van Ehrlichiose, de Rhipicephalusteek, komt voornamelijk voor in de mediterrane landen, maar wordt sinds kort ook in Nederland aangetroffen.
Door de beet van een besmette teek kan de hond geïnfecteerd worden met de parasiterende bacterie Ehrlichia Canis, die zich vervolgens vermeerdert en bepaalde witte bloedlichaampjes (de Monocyten) en vaatwanden aantast. Ehrlichiose kan goed behandeld worden mits het tijdig wordt ontdekt, wat niet altijd makkelijk is door de vaak vage symptomen die ook op de ziekte Leishmaniose lijken.

Kunnen AAI-honden Ehrlichiose hebben?

Hoewel we niet veel met Ehrlichiose besmette honden hebben kunnen ontdekken bij de AAI-honden, moet de mogelijkheid niet worden uitgesloten. De symptomen zijn helaas gelijkend op de symptomen van andere ziektes dus een diagnose is niet altijd even makkelijk te stellen.

Symptomen

Ehrlichiose kent verschillende fasen: 

Acute fase:

5-21 dagen na besmetting door de teek treedt de acute fase op, deze kan zich o.a. uiten in:

  • koorts
  • weinig eetlust
  • sloomheid
  • braken
  • benauwdheid
  • gezwollen lymfeklieren
  • bloedarmoede
  • verhoogde kans op bloeding 

Deze fase kan 2 tot 4 weken duren. Een hond met te weinig weerstand die niet tijdig behandeld wordt kan overlijden. Een hond die in deze fase wel is behandeld, maar niet afdoende, kan in de volgende fasen belanden.

Stille fase:

Als het immuunsysteem van de hond de ziekte de baas is, dan kan een stille fase aanbreken. De hond zal dan gedurende maanden of zelfs jaren géén of nauwelijks merkbare symptomen vertonen, mogelijk alleen tijdelijke lusteloosheid of gebrek aan eetlust.

Chronische fase:

Bij verminderde weerstand (veroorzaakt door bijvoorbeeld stress, behandeling met corticosteroïden zoals prednison, een narcose en dergelijke) kan de ziekte de kop opsteken en spreken we van de chronische fase. De chronische fase kan zich onder andere uiten in één of meerdere van de volgende symptomen:

  • lusteloosheid
  • gebrek aan eetlust
  • gezwollen lymfeklieren
  • artritis / problemen met het bewegingsapparaat
  • vieze oogjes, ooginfecties
  • toevallen
  • benauwdheid (neus)bloedingen
  • bloed in de urine
  • hartproblemen

Bij bloedonderzoek:

  • verhoogde leveractiviteit
  • een laag aantal witte bloedcellen
  • een verlaagd aantal bloedplaatjes

Deze symptomen (die niet allemaal tegelijk hoeven voor te komen en vaak vrij vaag zijn), kunnen ook op andere aandoeningen wijzen en zodoende de dierenarts op een dwaalspoor brengen. Het is dan ook belangrijk uw dierenarts te vertellen dat uw hond uit het buitenland komt of dat uw hond mee is geweest op vakantie naar een gebied waar deze ziekte voorkomt omdat de kans op besmetting daar groter is dan in Nederland.

Diagnose

De uiteindelijke diagnose kan worden vastgesteld door een bloedtest. Er kan een IFA-test worden uitgevoerd die aangeeft of de hond antistoffen tegen Ehrlichiose in zijn bloed heeft. Ook kan er een PCR-test gedaan worden waarmee het DNA van de parasiet zelf kan worden aangetoond. Is dit het geval en heeft de hond één of meerdere symptomen, dan moet tot behandeling worden over gegaan.
De IFA-test kan in een vroeg stadium ook een vals negatieve uitslag geven omdat nog niet genoeg antistoffen aanwezig zijn om aan te tonen in de test en zal eventueel herhaald moeten worden.
Een aantal symptomen van Ehrlichiose is vergelijkbaar met die van Leishmaniose en Babesiose, twee andere ziekten die ook voornamelijk in de mediterrane gebieden voorkomen, en ook samen kunnen optreden. Het is daarom zeer aan te raden de hond tegelijkertijd ook op deze ziekten te laten testen (waarbij moet worden aangetekend dat Babesiose tot op heden niet is geconstateerd bij AAI-honden).

Behandeling

Er bestaat geen vaccinatie tegen Ehrlichiose. Ehrlichiose is met een specifieke antibioticumkuur (Doxycycline) vrij goed te behandelen, afhankelijk van het stadium van de ziekte. Bij vroege ontdekking en behandeling is de ziekte te genezen. Bij honden met chronische Ehrlichiose is genezing moeilijker.
De antibioticakuur Doxycycline moet gedurende minimaal 6 weken tot zelfs 2 maanden worden gegeven. De aanbevolen dosering Doxycycline is 5 tot 10 mg per kg lichaamsgewicht per dag, gegeven in twee doseringen met een tussentijd van 12 uur bij voorkeur met wat voer om eventuele misselijkheid te voorkomen. In sommige gevallen kan er gekozen worden voor een hogere dosering, maar dit is afhankelijk van wat de hond aan kan en uiteraard ter beoordeling van uw dierenarts.
Aangeraden wordt de hond ook een vitamine supplement B en K te geven, de dikke darm van de hond kan dit zelf namelijk moeilijker opnemen.
Als de Doxycycline te weinig effect geeft, kan ook nog behandeld worden met Imizol (Imidocarb). Dit wordt toegediend door middel van twee entingen met een tussentijd van twee weken.
Het gebruik van corticosteroïden is bij een hond met Ehrlichiose sterk af te raden!

Voorkomen van Ehrlichiose

Zoals reeds vermeld is Ehrlichiose een ziekte die verspreid wordt door teken. De overdracht van Ehrlichiose door de teek vindt plaats binnen ca. 24 tot 48 uur na de aanhechting van de teek. Het is dus belangrijk aan een goede tekenbestrijding te doen en aangetroffen teken onmiddellijk te verwijderen door middel van een tekenpincet (verkrijgbaar bij dierenarts of dierenwinkel). Het tekenpincet klemt u zo laag mogelijk over de kop van de teek (dus dichtbij de huid van de hond) en u verwijdert de teek vervolgens door middel van een draaiende beweging.
Ga vooral niet met uw vingers proberen de teek eraf te halen en bespuit de teek ook niet met middeltjes als alcohol, olie, bestrijdingsmiddelen e.d. De teek ‘schrikt' daar namelijk van en spuit dan meteen zijn maaginhoud (met ziekteverwekkers) terug in de hond waardoor de kans op besmetting veel groter wordt.
Controleer uw hond dagelijks op teken. Laat de hond een goede tekenband dragen, bijvoorbeeld een Scaliborband. De Scaliborband beschermt overigens ook tegen de zandvlieg die Leishmaniose overbrengt en is dus zeker aan te raden als u de hond meeneemt naar zuidelijke landen. Gebruik een antivlooienmiddel dat ook werkzaam is tegen teken. Let op, de werkzaamheid tegen teken is korter dan de werkzaamheid tegen vlooien.

Tot voor kort werd in Nederland in de winter geen of nauwelijks tekenbestrijding op de hond toegepast. De in Nederland meest voorkomende teek, de Ixodes Ricinis ofwel schapenteek is voornamelijk actief in de periode van april tot oktober.
Helaas zijn bij een onderzoek door de faculteit van Utrecht ook teken aangetroffen waaronder de Rhipicephalus teek (bruine hondenteek) en de Dermacentor (moerasteek) welke juist het meest actief zijn in de periode van september tot april. Deze laatste twee zijn ook de belangrijkste overbrengers van de ziekten Ehrlichiose en Babesiose.
Het is dus raadzaam de hond gedurende het hele jaar te controleren en te beschermen tegen teken.


ANBI Stichting

AAI op social media

Stichting AAI op Facebook Stichting AAI op Twitter Stichting AAI op YouTube Stichting AAI op Instagram